Verklaring opdracht politieke instellingen
![Foto](/uploads/1/3/9/0/13905080/4877532.jpg?127)
De republiek
Er zijn drie belangrijke instanties in de republiek: De senaat, de consuls en de comitia centuriata of de volksvergadering.
Er zijn steeds twee consuls. Zij leiden het imperium en hebben het opperbevel van het leger. Hun macht wordt echter beperkt door twee zaken: Een ambstermijn van slechts één jaar en beide consuls hebben een vetorecht tegen elkaars beslissingen.
De senaat heeft in feite alle macht in handen. Deze bestaat uit ex-consuls, en later werden ook ex-magistraten toegelaten. Deze zetelen in de senaat voor het leven (= ad vitam). De senaat heeft de buitenlandse politiek en de financiën in handen. Daarbovenop moeten zij de besluiten van de comitia centuriata goedkeuren voor deze van start gaan.
De Comitia Centuriata of de volksvergadering heeft in feite weinig macht. Zij kiezen de consuls en stemmen wetsvoorstellen. Zij worden hier echter weer in beperkt doordat zij eerst de goedkeuring van de senaat nodig hebben. De vertegenwoodiger van het volk is de volkstribuun. Deze is onschendbaar en heeft een veto-recht tegen de beslissingen van magistraten.
Het principaat
Het principaat of het keizerschap behoudt in theorie de bestuursindeling van de Republiek. In praktijk gaan we echter zien dat de macht voornamelijk bij de keizer (=princeps) is gelegen. Deze heeft het opperbevel van het leger en de macht en bevoegdheden van een volkstribuun. In werkelijkheid kon de keizer in alle gelegenheden tussenkomen.
De senaat verloor veel van zijn macht aan de princeps. Zij staan nog in voor proconsuls en senatoriale provincies. Daarbij kiest de senaat de magistraten.
De volksvergadering (=comitia) heeft bijna al zijn macht verloren. De volkstribunen bestaan echer nog wel.
Magistraten werden marionetten. Er kwamen er nog vier bij:
- Praefectus praetor: persoonlijke lijfwacht van de keizer
- Praefectus urbi: hoofd van de politie
- Praefectus annonae: Staat in voor de voedselvoorziening
- Praefectus vigilum: hoofd van brandweer en nachtwacht.
Er zijn drie belangrijke instanties in de republiek: De senaat, de consuls en de comitia centuriata of de volksvergadering.
Er zijn steeds twee consuls. Zij leiden het imperium en hebben het opperbevel van het leger. Hun macht wordt echter beperkt door twee zaken: Een ambstermijn van slechts één jaar en beide consuls hebben een vetorecht tegen elkaars beslissingen.
De senaat heeft in feite alle macht in handen. Deze bestaat uit ex-consuls, en later werden ook ex-magistraten toegelaten. Deze zetelen in de senaat voor het leven (= ad vitam). De senaat heeft de buitenlandse politiek en de financiën in handen. Daarbovenop moeten zij de besluiten van de comitia centuriata goedkeuren voor deze van start gaan.
De Comitia Centuriata of de volksvergadering heeft in feite weinig macht. Zij kiezen de consuls en stemmen wetsvoorstellen. Zij worden hier echter weer in beperkt doordat zij eerst de goedkeuring van de senaat nodig hebben. De vertegenwoodiger van het volk is de volkstribuun. Deze is onschendbaar en heeft een veto-recht tegen de beslissingen van magistraten.
Het principaat
Het principaat of het keizerschap behoudt in theorie de bestuursindeling van de Republiek. In praktijk gaan we echter zien dat de macht voornamelijk bij de keizer (=princeps) is gelegen. Deze heeft het opperbevel van het leger en de macht en bevoegdheden van een volkstribuun. In werkelijkheid kon de keizer in alle gelegenheden tussenkomen.
De senaat verloor veel van zijn macht aan de princeps. Zij staan nog in voor proconsuls en senatoriale provincies. Daarbij kiest de senaat de magistraten.
De volksvergadering (=comitia) heeft bijna al zijn macht verloren. De volkstribunen bestaan echer nog wel.
Magistraten werden marionetten. Er kwamen er nog vier bij:
- Praefectus praetor: persoonlijke lijfwacht van de keizer
- Praefectus urbi: hoofd van de politie
- Praefectus annonae: Staat in voor de voedselvoorziening
- Praefectus vigilum: hoofd van brandweer en nachtwacht.